01 - Ik heb het gevoel dat het in huis te vochtig is
02 - In de winter heb ik condens aan de binnenkant van de ramen
03 - Het is nooit lekker warm als we op de bank zitten
04 - Hoe kan ik het beste uit m’n radiatoren halen?
05 - Ik wil een warmtepomp aanschaffen, maar zie door de bomen het bos niet meer
06 - Waar moet ik op letten als ik zonnepanelen wil hebben?
07 - Komt er nog meer bij kijken als ik all-electric wil gaan?
08 - Vloerverwarming en mechanische ventilatie
09 -
Wij hebben stadsverwarming, maar de kamers zijn nooit behaaglijk
10 - Algemene opmerkingen
Bij onze energiegesprekken nemen we een thermo-/hygrometer mee. Hiermee meten we de luchtvochtigheid in de woning. Teveel vocht zorgt voor een slecht leefklimaat. Een goed binnenklimaat heeft een luchtvochtigheid van tussen de 70 en 40 procent, met een bijbehorende temperatuur van tussen de 18 en 22 gradenC.
Je kunt overwegen zelf een meter aan te schaffen die temperatuur, luchtvochtigheid én CO2 niveau meet (online tussen € 20 en € 60 ). Met een CO2-gehalte tot 800 ppm* is het binnenklimaat goed; tussen 800 en 1200 ppm is ventileren noodzakelijk; tussen 1200 en 2000 ppm ontstaan er negatieve gezondheidseffecten, vanaf 5000 ppm is er gevaar voor de gezondheid.
* Parts per million (PPM) of in deeltjes per miljoen
Condensvorming is een veel voorkomend probleem, zowel bij oorspronkelijk dubbelglas als HR++ glas. Vooral in onverwarmde kamers (op de verdiepingen). Maar ook op de verwarmde begane grond speelt het probleem. Condens veroorzaakt op den duur schimmelvorming in de kitranden van de ramen.
In het algemeen geldt, dat condens ontstaat wanneer de temperatuur van kozijn, kitrand of glas aan de binnenkant beneden de 13 graden Celsius komt.
Waar moet je dan op letten?
A. Bij renovatie en houten kozijnen:
Ramen moeten op de juiste manier gemonteerd zijn in de kozijnen. Namelijk door middel van een voldoende brede en hoge kunststofband (beglazingsrubber) die in de sponning van het kozijn aangebracht is, zodat een goede thermische isolatie van het glas wordt verkregen en er geen koude geleiding vanuit het kozijn kan optreden. Deze koude geleiding kan condensvorming aan de binnenkant rondom het glas veroorzaken.
Zo moet de montage van de ramen gebeuren:
Extra verwarmen of veel ventileren, om de condensvorming tegen te gaan, zijn symptoombestrijding en geven geen oplossing voor de oorzaak.
Een ander voordeel van deze montage is dat in de zomer bij heet weer de ramen voldoende speling hebben om uit te zetten, zodat er geen (thermische) breuk in het glas kan optreden.
B. Bij nieuwbouw en kunststof kozijnen:
Kunststof kozijnen hebben intern vaak een metalen frame voor de stevigheid. Het nadeel hiervan is dat dit de koude naar binnen geleidt en hierdoor kan condensvorming aan de binnenkant rondom het glas optreden. Tegenwoordig kun je kiezen voor met glasvezel versterkte frames die veel betere thermische isolerende eigenschappen hebben.
Een andere nieuwe ontwikkeling is de TGI®-Spacer. Dit is een kunststof afstandhouder in de spouw van HR++ glas, die de aluminium afstandhouder vervangt. Deze heeft een lagere warmtegeleiding en beperkt de koudegeleiding naar het glas. Zie bijvoorbeeld
Pilkington voor meer informatie.
Bewoners voelen vaak een onbehaaglijke koude luchtstroom als zij op de bank zitten. Dit komt vooral voor bij relatief grote raamoppervlakken van een schuifpui. Op warmtefoto’s die wij maken, wordt een oppervlaktetemperatuur aan de binnenkant van de ramen gemeten van 14 tot 16 graden. Terwijl de temperatuur aan de onderkant van het glas wel 9 tot 11 graden kan zijn. Wanneer we in deze gevallen een ‘temperatuur doorsnede’ van de woonkamer maken, dan is de temperatuur bij de schuifpui bijvoorbeeld 15 graden en bij de thermostaat 21 graden. Het bankstel staat hiertussen in. Er ontstaat dan een natuurlijk circulatiepatroon van de koude van het raam (koude daalt), terwijl de lucht aan de bovenkant wordt aangevuld met de warmere lucht die bij de radiatoren of vanaf de vloer opstijgt. Hierdoor ontstaat er een constante ‘koude trek’ op kniehoogte, wat het koude gevoel veroorzaakt.
Bij schuifpuien zijn er geen radiatoren aanwezig die anders de ramen opwarmen en de koude val tegengaan.
Vele woningen hebben vloerverwarming en sommige hebben een convectorput vóór de schuifpui. Het komt nogal eens voor dat deze convectorputten onvoldoende warmte afgeven. Deze lijken vaak het ondergeschoven kindje van de verwarmingsinstallatie. Laat het functioneren van de convectorput nakijken. Vaak is er een ongelijke temperatuurverdeling in de lengterichting over de put en geeft deze te weinig warmte af (zie ook punt 4b: installeer radiatorventilatoren op de convectorput).
Vraag drie vrijblijvende offertes aan bij gespecialiseerde bedrijven, waarbij die onder andere moeten kijken naar:
ontluchting, temperatuur van het uitstromende water in verhouding tot het instromende water (bij een goede warmteoverdracht moeten die 80 procent in waarde verschillen) en de stroomsnelheid van het water.
Een andere mogelijkheid om de koude trek tegen te gaan is de (rol)gordijnen op tijd te sluiten. Veel bewoners laten de gordijnen tot laat open voor het uitzicht.
Met de warmtecamera kunnen we laten zien dat een gesloten rolgordijn gauw 4 graden scheelt. De ramen zijn dan 15 of 16 graden, terwijl de temperatuur op het rolgordijn 19 tot 20 graden is.
Uit onze ervaring blijkt dat sommige bewoners niet tevreden zijn met vloerverwarming. Dit komt vooral voor in kamers waar vloerkleden aanwezig zijn. Terwijl de vloerbedekking wel geschikt is voor vloerverwarming, blijken deze vloerkleden de warmte tegen te houden. Dit is met de warmtecamera duidelijk waarneembaar. Met deze camera kun je de lussen van de vloerverwarming in de vloer duidelijk onderscheiden. Wanneer dat niet het geval is bij een vloerkleed en je het vloerkleed een stuk optilt, dan ziet de camera een grote rode vlek op de plaats van het kleed. Een advies is hier dan om twee vloerkleden toe te passen: een voor de winter (waarbij de nadruk ligt op het doorlaten van de vloerwarmte) en een voor de zomer (waarbij de nadruk ligt op kleur en vorm, zodat het vloerkleed past in de leefomgeving).
Veel huizen worden verwarmd met radiatoren. De temperatuur van de radiatoren is vaak 60 tot 70 graden bij de aanvoer en (bij goed functioneren) rond de 50 graden bij de retourleiding. Zodra de radiatoren aan staan is de ruimte afhankelijk van hun stralingswarmte en zal het enige tijd duren voordat de ingestelde temperatuur in de hele ruimte bereikt wordt.
Wanneer we in deze situatie een ‘temperatuur doorsnede’ van de woonkamer maken, dan is de temperatuur bij de (bovenkant van de) radiatoren 60 graden en bij de thermostaat 21 graden. Hierdoor ontstaat er vaak een oncomfortabel gevoel in de kamer door de grote temperatuurschommelingen (door het aan- en uitschakelen van de radiatoren).
Als een belangrijke energie-besparingsmaatregel willen we aangeven welk onderdeel daarvoor meestal als eerste in aanmerking komt. Dan kijken we naar de circulatiepomp van de vloerverwarming.
Wanneer de circulatiepomp van de vloerverwarming een wisselstroommotor heeft dan heeft die twee tot drie snelheden die een vermogen vergen van 55 tot 80 Watt.
Als we aannemen dat deze pomp 24/7 draait op de hoogste snelheid, dan betekent dit een jaarlijks verbruik van 80x24x365 = 700 kWh.
Dit is natuurlijk een aanname en het werkelijk verbruik zal waarschijnlijk minder zijn, maar we willen ruime gegevens gebruiken om besparingen aan te kunnen geven.
Vraag bij verschillende erkende installatiebedrijven, die ervaring hebben met vloerverwarming, drie vrijblijvende offertes aan, om prijzen en voorwaarden (de kleine letters) te kunnen vergelijken.
Het gaat dan om de volgende werkzaamheden, namelijk het laten vervangen van de wisselstroompomp door een gelijkstroompomp, met daarbij een pompschakelaar:
De stadsverwarming in Almere is ruim 40 jaar oud en functioneert niet altijd goed. Bewoners geven dan aan dat zij de woning niet goed warm krijgen.
Onvoldoende doorstroming is de oorzaak van dat probleem. Ergens is een leiding geblokkeerd.
We lezen dan de waardes op het display van de stadsverwarming uit met het volgende resultaat (dit zijn twee praktijkvoorbeelden):
Voor een goede warmteoverdracht is een verschil van 80 procent tussen aanvoer- en retourtemperatuur nodig. Dus bij een aanvoertemperatuur van 73 graden hoort een retourtemperatuur van ongeveer 58 graden, zodat het verschil uitkomt op 15 graden. In de praktijk wordt een verschil van zo’n 21 graden gehanteerd, wat betekent dat de retourtemperatuur minstens 52 graden moet zijn en niet de 37 graden zoals hier waargenomen.
De gemeten waterdoorstroming van 7,3 ltr/h is veel te laag. Die moet bij een goed functionerend verwarmingssysteem rond de 310 ltr/h zijn.
In deze woning heeft een monteur
van Vattenfall
de warmte unit vervangen.
Bij een aanvoertemperatuur van 70 graden hoort een retourtemperatuur van ongeveer 56 graden, zodat het verschil uitkomt op 14 graden. In de praktijk wordt een verschil van zo’n 21 graden gehanteerd, wat betekent dat de retourtemperatuur minstens 49 graden moet zijn en niet de 33 graden zoals hier waargenomen.
De gemeten waterdoorstroming van 76 ltr/h is veel te laag. Die moet bij een goed functionerend verwarmingssysteem rond de 310 ltr/h zijn.
In deze woning heeft een monteur van Vattenfall het filter in de warmte unit gereinigd, waardoor de doorstroming verbeterd is en de verwarming weer goed functioneert.
Stel dat u de komende 15 jaar rond de € 30.000 aan energiekosten gaat betalen. Dan kunt u overwegen om dit bedrag dit jaar te investeren om all-electric te gaan (bijvoorbeeld met een lucht-lucht warmtepomp, een warmtepompboiler, een inductiekookplaat, het laten aanpassen van de elektriciteitsaansluiting en zonnepanelen te laten installeren).
De dimensionering moet dan zo zijn dat u de komende 15 jaar geen energierekening heeft (zo geheten: ‘nul op de meter’), omdat u alle energie zelf opwekt.
Dan is de terugverdientijd van uw investering 15 jaar en heeft u daarna geen energiekosten meer.
Wanneer we alleen naar de kosten kijken, dan is het duidelijk dat het aanschaffen van een nieuwe HR cv-ketel vele malen goedkoper is. In de jaren daarna kunt u de bovengenoemde punten stapsgewijs laten uitvoeren afhankelijk van uw voorkeuren en financiële mogelijkheden.
Wanneer de salderingsregeling in de toekomst vervalt, moet elke zonnepaneelbezitter de opgewekte elektrische energie verdelen over de eigen woning en de opslag in batterijen.
Op dit moment (augustus 2023) is dat nog kostbaar – de kosten voor een batterij installatie zijn hoger dan de installatie van de zonnepanelen.
In de vele artikelen over dit onderwerp staat vrijwel nooit het hele verhaal. De indruk wordt gewekt als zou je alleen batterijen hoeven te kopen om de energie op te kunnen slaan. Er komt echter meer bij kijken. En wel het volgende:
Het gaat er uiteindelijk om zoveel mogelijk je eigen energie op te wekken en te gebruiken om onafhankelijk van het net te zijn. Je hebt dan nog wel een netaansluiting met kosten voor het (jaarlijks) vastrecht en de elektra die je afneemt op donkere dagen.